In de Volkskrant las ik een artikel over de nieuwe president van Angola, Joa Lourenco, die de strijd aanbindt tegen de endemische corruptie in zijn land. Met uiteraard veel aandacht voor de rol van oud-president Dos Santos en zijn clan. Angola, dat dankzij de oliebronnen een jaarlijkse economische groei kende van 10% waardoor Luanda een van de modernste en (na Tokyo) duurste steden ter wereld werd.
Oliegeld
Toen in 2015 de olieprijs halveerde moest de regering van haar ‘verslaving’ aan olie af zien te komen en nieuwe inkomstenbronnen aanboren zoals landbouw en toerisme. Het oliegeld zou eigenlijk al lang in die sectoren geïnvesteerd kunnen zijn, ware het niet dat de kleptocraten het hebben geroofd en op hun buitenlandse bankrekeningen hebben gezet. Het volk heeft het nakijken.
Rovers
Ik las dit artikel op het moment dat ik het boek Dictatorland. The Men Who Stole Africa van Paul Kenyon verslond. Daarin beschrijft hij hoe het goud en de diamanten Congo en Zimbabwe niets opleveren omdat het wordt geroofd. Hetzelfde geldt voor de olie van Libië, Nigeria en Equatoriaal Guinee en de cacao van Ivoorkust. Eritrea beschrijft hij als een land dat aan de ketting ligt van de moderne slavernij. Weer een van de boeken over Afrika waar je niet vrolijk van wordt.
Eigen benen
Ook al is het onthullend hoe leiders de nationale delfstoffen en mineralen als een soort privébezit zien en totaal geen oog hebben voor de bevolking. We weten het wel en toch is het elke keer weer schokkend. De bedragen die daarmee gemoeid gaan zijn enorm. Er vloeit op die manier meer kapitaal het continent uit dan er inkomt. Wat voor goeds kan er niet gedaan worden met dat geroofde geld? Het continent zou heel goed op eigen benen kunnen staan als het geld op zinnige wijze zou worden geïnvesteerd. En wij laten het gebeuren of geven ze de ruimte omdat het ons goed uitkomt.
Lijden onder leiders
Hoewel het soms wat moedeloos maakt zijn acties als die van Joa Lourenco, vooralsnog prijzenswaardig. Je weet natuurlijk nooit wat er gebeurt als hij eenmaal stevig in het zadel zit. Laten we ook hopen dat Zuma de dans niet ontspringt. Zo zijn er nog wel een paar andere kleptocraten te noemen. Wellicht komt er dan een einde aan het gegeven dat de Afrikanen zelf nog het meeste te lijden hebben van hun corrupte leiders. Hen daarop aanspreken is niet zo maar gedaan, aangezien ze het niet zo nauw met de mensenrechten als hun positie onder druk komt te staan.
Jongeren
Hopelijk accepteren de steeds beter opgeleide jongeren deze roofpraktijken niet langer. Het is zaak om die groep te laten groeien om ze een grote factor van verandering te kunnen laten zijn. Vooral de hoop niet opgeven. Het boek van Kenyon lees ik niet meer voor het slapen gaan, om te voorkomen dat ik nachtenlang hopeloos wakker lig.
Peter Lindhoud