Reizigers weten het. Als je de grens oversteekt heb je een uitgaande grenspost en een binnenkomende, met daartussen ‘niemandsland’. Jaren geleden reisden we door Zuid Afrika. Op die reis trokken we door Swaziland en overschreden dus de grens met Zuid Afrika. Tussen de grensposten van Swaziland en Zuid Afrika was er een strook land dat we, omdat we de benen wilden strekken, te voet overstaken. Een van onze reisgenoten dacht wat vergeten te hebben in de  Zuid-Afrikaanse grenspost en liep op en neer. Geen probleem.

Turkije en Griekenland

Niemandsland is een neutrale zone in een grensgebied dat aan niemand toebehoort. De Afgelopen weken werd er veel geschreven over het niemandsland tussen Turkije en Griekenland. Turkije heeft de grens opengezet en Griekenland houdt die gesloten. Het niemandsland stroomde vol met vluchtelingen die Europa in willen. In de krant zag ik een foto met een niemandsland tjokvol met vrouwen, mannen en kinderen die niet verder kunnen. Het niemandsland is bezet en het lijkt er op dat het stukje grond daar de grootse bevolkingsdichtheid op de wereld heeft. Hoezo niemandsland? Voor mensen op drift vanwege ellende en oorlog zijn grenzen obstakels die ze uit de weg willen gaan om aan alle ellende te ontkomen. Tussen Turkije en Griekenland zijn ze gestrand in het niemandsland. Een gebied dat aan geen land toebehoort en waar ze geen kant op kunnen. We weten het, zien het, maar wat doen we er aan? Een niemandsland vol mensen en het is van niemand. Ook niet van die mensen, maar ze zitten er wel en we weten het.

Wie wel en wie niet?

Ik snap alle dilemma’s die er zijn met betrekking tot vluchtelingenstromen, opvang, Turkije-deal, enz. En toch. Een niemandsland vol met ‘iemanden’, zit me dwars, erg dwars. We zien het en kijken weg. We kunnen hen toch niet laten verkommeren? Er wordt nu gesproken over de opvang van kinderen door Europese landen. Maar ook daarover is gedoe ontstaan. Het lijkt me sowieso al een moeilijk karwei: wie laat je toe en wie niet? Zeg maar eens tegen een kind: jij wel en jij niet. Je broertje wel en je zusje niet, of net andersom. Jouw kind wel maar dat van jou niet. Jij bent iemand en jij bent niemand. Jij zit in een niemandsland. Je bestaat maar eigenlijk ook weer niet. Wat een ellende.

 

Peter Lindhoud