Ik ken Kanyanga Mission Health Center, opgericht in 1957, al sinds 1980. In dat jaar werd ik leraar aan Lundazi Secondary School, in de Eastern Province in Zambia. Kanyanga ligt zo’n dertig kilometer ten noorden van Lundazi, waar ook een post is van de Witte Paters. Het was een van hen die me meenam naar Kanyanga. Is Lundazi een districtshoofdplaats, Kanyanga is echt ‘the bush’.

Maar ook toen al was het Health Centre van groot belang voor de bevolking. In september 2015 was ik er weer eens. Het wordt nog steeds gerund door de Missionary Sisters of the Immaculate Conception (MIC), een Canadese zusterorde. Zodat MIC ook wel eens wordt aangeduid als ‘Made in Canada’. Zij houden het Health Centre draaiende met al hun kracht. Het enige dat in het plaatsje was veranderd, in die 35 jaar, is dat er meer bewoning rondom het Health Centre is gebrouwd. Begrijpelijk want zo’n voorziening trekt mensen aan. Zeker wanneer het goed draait en een bijdrage levert aan het welzijn. Omdat het Bisdom van Chipata, waaronder het centrum ressorteert, financieel niet bij machte is alle kosten voor zijn rekening te nemen, is steun vanuit het buitenland onontbeerlijk. En die steun zorgt er niet alleen voor dat de bestaande hulp kwalitatief goed blijft, maar ook dat er aansluiting plaatsvindt bij nieuwe behoeften en ontwikkelingen.

Internationale Steun

Zo werd in 1996, dankzij steun uit Oostenrijk, een Child Care Training Centre (CCTC) geopend. Dit om eerste hulp te kunnen bieden aan wezen van de aan aids overleden ouders en om de ondervoede kinderen op te kunnen vangen. In 2006 werd met behulp van het Global Fund een laboratorium, apotheek, onderzoekruimte, gespreksruimte en computerruimte ingericht. In 2012 is een nieuwe opvang voor toekomstige moeders, met 42 bedden, ingericht. Dit laatste is van groot belang omdat toekomstige moeders daar al ruim voor de bevalling heen kunnen gaan zodat hun gezondheid en dat van het kind in de gaten kan worden gehouden en zij geïnformeerd worden over de juiste zorg voor de boreling. Deze benadering leidt tot minder complicaties bij de geboorte en betere zorg daarna.

Zwangerschap in Afrika

Hoe belangrijk die laatste aanpak is blijkt wel uit een interview met tropenarts Jelle Stekelenburg in de Volkskrant van 17 januari 2017. De kop van het artikel is: ‘Zwangerschap in Afrika is levensgevaarlijk’. Als arts heeft hij in Zambia gewerkt en heeft veel contacten in Tanzania en Ethiopië. Dit interview vond plaats vanwege het bijzonder hoogleraarschap: ‘ Internationale aspecten van reproductieve gezondheidszorg, in het bijzonder veilig moederschap’, dat hij gaat vervullen aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In het interview geef hij aan dat er jaarlijks nog steeds 300.000 vrouwen sterven gedurende de zwangerschap en bevalling, drie miljoen baby’s sterven voor de geboorte en drie miljoen in de eerste maand van hun leven. In sub-Sahara Afrika is de kans dat een vrouw in het kraambed overlijdt 1 op de 36 (in Nederland 1 op de 8.700). De oorzaak van de hoge sterfte is de toegankelijkheid tot en de kwaliteit van de zorg.

Lula

Hij vertelt het verhaal van Lula, een meisje dat hij in 1999 in Zambia behandelde. Lula is op haar 14de door verkrachting zwanger geraakt. Ze woont op het platteland, ver van een kliniek. Haar ouders zijn arm en hebben geen geld voor vervoer naar het ziekenhuis. Tijdens de bevalling (een gevaarlijke buikoperatie was nodig) stierf haar kind en zij raakte haar baarmoeder kwijt, die ernstig geïnfecteerd was. Gevolg is dat Lula geen kinderen meer kan krijgen maar ook dat zij levenslang incontinent blijft. In het interview zegt hij het volgende:

“Nederland heeft een rijke traditie in de ontwikkelingssamenwerking, maar de laatste kabinetten hebben er tot mijn verdriet flink op beknibbeld. Helpen mag niet meer, het moet ons land meteen iets opleveren. Ik vind dat moeilijk te verkroppen. Ik blijf me inzetten voor een groter budget voor betere zorg tijdens zwangerschap en bevalling. Ook die ontwikkelingsdoelen moeten worden gehaald.”

“Heel cru, maar het thema aids heeft de afgelopen decennia internationaal veel meer donoren achter zich geschaard. Bij de bestrijding van de gevolgen van HIV speelt medicatie een belangrijke rol en dus zijn er belangen van farmaceuten. Veilig zwanger zijn en bevallen kan vrijwel zonder medicatie. Investeringen in toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg zijn voor de meeste farmaceuten veel minder interessant.”

Uit bovenstaande zal duidelijk zijn dat de opvang voor toekomstige moeders een belangrijke bijdrage levert aan de zorg voor moeder én kind. Maar waar Kanyanga Health Centre daarnaast een grote behoefte aan heeft is een ruimere verloskamer. Toen ik er in 2015 was sprak ik met de vroedvrouwen. Sterke, opgewekte vrouwen. Duidelijk niet voor een kleintje vervaart. Zij vertelden dat hun ruimte maar twee bedden heeft waarop de bevallingen plaats moeten vinden; zo’n 450 per jaar. Zijn er meer vrouwen die moeten bevallen dan worden matrassen op de grond gelegd en moet het daar gebeuren. Voor de vrouwen en zeker ook voor de vroedvrouwen moeilijke werkomstandigheden. Daarnaast is de ligging zodanig dat er weinig privacy is. De nieuwe, gewenste ruimte, moet ruimte bieden aan goede opslag van de instrumenten, nazorg voor moeder en kind en een aansluiting op het lichtnet.

Investering

De kosten van de nieuwe verlosafdeling zijn ongeveer € 45.000,00 inclusief specifieke inrichting. Stichting Educaid wil dit bedrag bijeenbrengen en daarmee de kwaliteit van Kanyanga Mission Health Centre vergroten. De zusters, staf en bevolking van Kanyanga worden daarmee heel erg gesteund. Kijk voor meer info op de projectpagina of word Vriend van Kanyanga.

Peter Lindhoud