Als we aan Afrikaanse architectuur denken  hebben we vaak een beeld van hutten in kleine dorpjes. En natuurlijk de grote steden met hoogbouw en omliggende krottenwijken. Natuurlijk zijn er karakteristieke bouwwerken in West-Afrika. Zoals in Timbuktu en Djenne, om van de piramiden maar te zwijgen. Deze week werd mijn aandacht getrokken door een kop in de bijlage van de Volkskrant; ‘Moderne gebouwen in Afrika moeten niet lijken op westerse wolkenkrabbers. Júíst niet’. Daarin wordt de Nigerese architect Mariam Kamara (1979) onder de aandacht gebracht omdat ze de Prins Claus prijs krijgt.

Afrikaanse bouwtraditie

Ze krijgt die prijs omdat ze in Niger samen met bewoners en lokale ambachtslieden huizen, een markt en een moskee heeft ontworpen en gebouwd. Met lokale materialen als aarde, recycled metaal en cement. Dus voortbouwend op de Afrikaanse bouwtradities. Zij wil met haar architectuur de gemeenschap dienen en het leven van de mensen ten goede veranderen. Het gaat om architectuur om in te leven en gebouwen die in de lokale omgeving passen en daarbij aansluiten. Toen een bewoner vertelde dat het dorp een bibliotheek nodig had, paste ze de moskee aan waardoor dit mogelijk werd. Zij zegt: ‘Juist omdat radicalisering van jongeren in Niger speelt, is een ruimte waar ze kunnen hangen, lezen en leren zo belangrijk’. In hetzelfde dorp bouwde ze een kleurige parasol-overkapping over de markt. Daarin zijn beschutte openbare routes waardoor ze bewegingsvrijheid creëert voor de vrouwen in deze islamitische cultuur.

Streekeigen

Dit verhaal werd opgepakt door een Nederlandse architect die reageerde met een ingezonden brief. Hij reageert erg positief en vindt dat zij ons een spiegel voorhoudt en pleit voor ‘het streekeigen karakter’ in de bouw en gaan bouwen in de kenmerkende eigenheid van de regionale bouwkunst. Vanuit de kennis van die regionale geschiedenis kun je trots zijn op de plek waar je woont. En zoveel moeite is dat niet.

Ik moet bekennen dat ik, wanneer ik ergens  in de lande wandel, geniet van  gebouwen die passen in de lokale omgeving, zeker wanneer nieuwbouw daarin niet een dissonant vormt.

Peter Lindhoud