Onlangs kwam het bericht in de media dat Oost-Afrika geteisterd wordt door zwermen woestijnsprinkhanen. Niet alleen Ethiopië, Somalië en nu ook Kenia, wellicht later ook Oeganda en Zuid-Soedan hadden en hebben nu en later te vrezen voor de komst van deze veelvraten. Het is eten of gegeten worden.

Shell-film

Toen ik het bericht las moest ik terugdenken aan een film die ik ergens in de jaren ’60 van de vorige eeuw op de middelbare school zag. Ik dacht dat het een film van Shell was, die enorme zwermen sprinkhanen liet zien en de bestrijding ervan toelichtte. Vliegtuigen die pesticiden over de zwermen spoten, een methode die ook nu nog veel in Afrika wordt toegepast. Begrijpelijk want ze vreten in no time evenveel als 10 olifanten, 25 kamelen of 2.500 mensen. Voor de boeren een enorme aanslag op hun productie en vervolgens op de voedselvoorziening en reserves. Er is inmiddels er al meer dan 70.000 hectare verloren gegaan.

Opeten

De reden voor deze verschrikkelijke plaag (de ergste in 70 jaar) is de enorme regenval in Oost-Afrika de afgelopen maanden. De eitjes – ze doen er tussen de 4 en 6 weken over om uit te komen – gedijen goed in het natte zand en de uitgekomen larven hebben voldoende bescherming in de welige vegetatie. De Food and Agriculture Organisation (FAO) raadt aan om ze te vangen en ze op te eten of te drogen. De sprinkhanen bevatten niet alleen vetten, maar ook calcium, magnesium en ijzer. In Kenia zijn er zelf culinaire chefs die recepten aanbieden hoe ze het beste klaar gemaakt kunnen worden. Dat laatste vind Ik opmerkelijk. Een paar jaar geleden was ik op de mark in Chipata, Zambia en daar zag ik een zak vol sprinkhanen. Volgens mij weten de mensen al eeuwen hoe ze die beesten kunnen klaarmaken. Bovendien, ik heb ze geproefd, zijn prima te eten.

 

Peter Lindhoud